Wilsum in vrogger tied.

Brandenberg.

De Brandenberg in de volksmond ook wel Brandbarg genoemd, staat aan de Westenbergstraat, nu in eigendom van de familie Wielink.

Reeds op 4 oktober 1757 werd de Brandenberg vermeld, erfjen den Brandenberg genaamt, alhier in den Enk gelegen. Het was toen in eigendom van Hendrik Berends Fix en Geesje Jans Holtland. Op 10 januari 1766 werd het eveneens een erfjen genoemd, in 1784 sterft Hendrik Berends Fix, en bij de verdeling van de goederen in 1788, werd de Brandenberg genoemd het” erf en goed den Brandenburgh met zijn opstaande en getimmerde en onderhorige landerijen”.

In 1927 verbouwt Hendrik Wielink, die getrouwd is met Hendrikje Hup, de Brandenberg, die hij enige tijd tevoren had gekocht, hij plaats een vier roeder hooiberg, verbouwt de Brandenberg van vijf woningen tot vier woningen (van de woning van D. Koeleman werd een veestal gemaakt en bij het perceel gevoegd waar K. Rigterink woonde), vernieuwd de kap, en het geheel word met riet gedekt.

Echter op 4 december 1930 deed het zijn naam eer aan en brandde geheel af.

 

In december 1930, publiceerde A.J. Reijers in de kamper almanak het volgende over de afgebrande Brandenberg.

In Oost-Zuid-Oostelijke richting vanuit den ouden Kerktoren te Wilsem en daarvan verwijderd 145m, vond men, totdat dit huis afbrandde, “ de Brandenberg”, bij alle inwoners van het oude IJsseldorp bekend.

Om gevrijwaard te zijn voor watervloeden, heeft men het eerst op de hoogst gelegen plekken gebouwd. En meenen wij op genoemde hoogte het oudste gedeelte van Wilsem te mogen zien. Op dit gedeelte van het dorp stond de oude Brandenberg.

Doet het terrein reeds een zeer oude nederzetting vermoeden, wanneer men bedenkt, dat hier, behalve het onderwerpelijke huis, ook wordt aangetroffen een oude boerenhofstede, welke de Molenbelt genoemd wordt en men dan ook nog de eigenaardige groepeering der huizen daat ter plaatse opmerkt, dan wordt dit vermoeden vrijwel zekerheid. Namen, terrein en situatie illustreeren hier op treffende wijze een oude geschiedenis.

Van belangstellende zijde daarop gewezen, zijn wij na den brand de oude muurfragmenten van de Brandenberg ter plaatse gaan bezichtigen en wij kwamen nog juist op tijd, want met het verwijderen der oude bouwvallen was men al begonnen.

En ons bezoek was loonend, want wat wij vonden was nog voldoende om het hier te publiceren.

De Brandenberg dan had in plattegrond den T vorm en de, dan wat korte, bovenbalk daarvan was het onderkelderde en ongetwijfeld het oudste gedeelte.

Hiervan toch waren de muren dik 0,75 m.en gemetseld van middeleeuwsche handvormsteen, z.g. kloostermoppen.

Dit gedeelte van het huis had eigenlijk twee kelders, waarvan het kleinste een 14de eeuwsch kruisgewelf bezat.

Wij hebben (zie bijgaande schets) dit met twee gestippelde diagonalen aangegeven, welk kruisgewelf volkomen overeenkwam met dat van den kelder onder Kampens Oude Raadhuis, de andere kelderruimte van het afgebrande huis bezat een tongewelf.

Zooals het meer gaat met oude gebouwen, weeft ook hier de muze der verdichting hare legenden. En hoewel legende geen historie is heeft zij toch bijzondere beteekenis, allen al, omdat het bestaan eener legende veelal op een eerwaarde geschiedenis wijst.

Zoo zou, dit vertelt ons althans de oude Wilsummer, de Brandenberg, die hij soms Brandberg noemt, vroeger een klooster zijn geweest, dat met een onderaardschen gang verbonden zou zijn geweest met de dorpsweg en Zwolle!

Dit is natuurlijk volksverbeelding, maar dat die legende bestaat is, als gezegd, teekenend.

Later zou, zoo wordt ons vertelt, in dit oude huis een jeneverstokerij zijn gevestigd geweest.

Wij weten het niet en kunnen alleen mededeelen, wat men ons op gezag van ouders en grootouders te vertellen wist.

 

Dat de Brandenberg een klooster zou zijn  geweest, is o.i. mogelijk. De nabijheid van het oudste schoolgebouw n.l. dat voor openbaar onderwijs, van de Brandenberg op ongeveer 50 meter in Westelijke richting verwijderd, zou daarop kunnen wijzen.

Want wij weten, dat in de middeleeuwen het schoolwezen aan dat van de Kerk verbonden was, en Kloosterscholen kwamen dan ook veelvuldig voor.

En nu rijst de vraag: Is hier bij het klooster, of daarin, een bierbrouwerij geweest, wat veelvuldig voorkwam, van welke brouwerij men dan in later tijden een jeneverstokerij of “branderij” heeft gemaakt? En zou hieraan de naam van het huis zijn ontleend?

Ook is het merkwaardig, dat tot ongeveer 1785, behalve een drietal andere gezinnen, in de Brandenberg (boven het oudste, het onderkelderde, gedeelte) de hoofdonderwijzers familie van Lier, die er al voor 1825 woonde, gevestigd was.

Ook dit wijst op een oude traditie en een mogelijk verband tusschen klooster en school.

Bovendien, ook toonen ons hier , als gezegd, de dikke muren van kloosterstenen opgetrokken, het kruisgewelf en de situatie een hoogen ouderdom.

Hier kunnen wij thans niet anders dan onze verbeelding laten gaan; wij zullen echter op de zich dan opdringende vragen geen antwoord ontvangen.

Toch meenen wij, dat bovenstaande hier moest worden vastgelegd; het betreft het ook voor Kampen’s historie belangrijke Wilsem.Want misschien is er eene kleine mogelijkheid, waardoor omtrent dit bijna vergeten stukje Middeleeuwen meer wetenswaardigs aan het licht kan komen en dan zou het hier medegedeelde mogelijk nog eene aanvulling kunnen zijn.

                                                           A.J. Reijers.

 

 

Hendrik Wielink herbouwt de Brandenberg, en er komen vier arbeiders woningen, maar nu met dakpannen gedekt.

In 1954 werden de huisnummers veranderd van A 43, A 44, A 45, A 46, naar respectievelijk 11, 9, 7 en 13. Op nr. 11 woonde fam. H. Wielink, op nr. 9 fam. L. Dokter, op nr. 7 fam. M. Heldoorn en op nr. 13 fam. G. de Ruiter.

 

 

Gerelateerde Afbeeldingen: