Openbare lagere school.

Klik op de afbeelding om te vergroten.

Op 13 september 1619 vinden we de oudste vermelding van een schoolmeester. De schoolmeester genaamd Gerrit Engberts was tevens koster en secretaris van Wilsum. Het was vrij gewoon in een klein dorpje als Wilsum dat men meerdere functies had om enigszins een behoorlijk inkomen te krijgen. Engberts had het er erg moeilijk mee om de belijdenisgeschriften te ondertekenen. 

In 1622 vinden we dan ook een andere schoolmeester en koster. Deze schoolmeester, Paulus Colditz vertrok al weer aan het eind van 1622 uit Wilsum waar hij  “armelich en in in groote armoede was en met een goede almoese hem behulpelik te koomen“. Men was zeer te sprekem over Colditz  hij was “suijver inde ghereformeerde leere en een afkeer hebbende vande Arminiaanse faltis heeft, is in sijn leeven seer Godsalig, sober en nugteren, houdt goede disipline onder de jonghe jeugt“.

Een schoollokaal word pas in 1772 vermeld als er sprake is van een nieuw schoolgebouw: de nieuwe schoole die in dit jaar is gebout die ook wel ongeveer kosten sal f 200,– Deze stond in het centrum van Wilsum. In 1840 schrijft de schoolopziener J.J. van Ingen Het bekrompen, vierkante lokaal, waarin de kinderen zamen gepakt waren, stond vergroot te worden. Men ving het onderwijs aan met een gebed, door een kind opgezegd, waarvan ik de verkeerdheid aan den meester deed opmerken. Al de leerlingen dus ook de meisjes, stonden onder het gebed. De onderwijzer P.H. van Lier overleden zijnde, werd de school door zijn zoon waargenomen, op wiens onderwijs nog al wat aan te merken viel.

In 1876 word er land aangekocht van Hendrik Stoel voor de bouw van een nieuwe openbare school. In 1877 word de eerste steen gelegd.
In 1895 had de school nog 91 leerlingen (47 jongens en 44 meisjes). Maar nadat de School met den Bijbel in 1926 werd geopend ging het leerlingen aantal aanmerkelijk achteruit. In 1928 waren er nog maar 33 leerlingen. En in verband met deze daling werd aan juffrouw Crom met ingang van 1 april 1934 eervol ontslag verleend.
Nadat op 22 mei 1937 de wet van het lager onderwijs uit 1920 werd gewijzigd, waarin in stond dat vanaf die datum een school 25 leerlingen nodig had om voor te kunnen bestaan, werd er op 10 augustus van dat jaar besloten om de school aan het einde van dat schooljaar op 1 april 1938 op te heffen. Men ging hiertegen in en op 28 december 1937 besloot Gedeputeerde Staten van Overijssel om de sluiting af te wijzen.
In 1949 werd door het Gemeente bestuur van IJsselmuiden (Wilsum viel sinds 1-1-1937 onder de gemeente IJsselmuiden) aan de inspecteur van het lager onderwijs om een onderzoek in te stellen om de school eventueel op te heffen gezien het dalende aantal leerlingen. Op dat moment waren er nog 13 leerlingen, en zou in 1950 dalen tot 9 leerlingen. En op 4 december 1951 werd besloten om per 1 april 1952 de school op te heffen. Wederom gingen de ouders in verweer en op 15 april 1952 (op dat moment zijn er weer 12 leerlingen) besloot het Provinciaal bestuur Dat als de kinderen tussen 5700 tot 6700 zouden moeten afleggen te bezwaarlijk moet worden geacht.
En al om half acht en na vijf uur weer thuis kunnen zijn, dat Wilsum een dorp is dat min of meer een zelfstandige, geïsoleerde gemeenschap vormt, voorhands nog in een behoefte voorziet
.
Echter op 30 september 1954 als het aantal van de leerlingen weer onder de tien is, wordt besloten om per 1 april 1955 de Openbare school op te heffen en ook het Provinciaal bestuur geeft zijn goedkeuring hieraan. Voor de leerlingen die niet naar de School met den Bijbel willen wordt besloten om die per 1 juni 1955 per auto van gemeentewege zal plaats vinden naar de Openbare Lagere School te IJsselmuiden

Gerelateerde Afbeeldingen: