Warner Christiaan Carsten was van 1 december 1782 tot zijn plotselinge overlijden op maandag
4 februari 1799 predikant van de Nederduitse Gereformeerde gemeente (tegenwoordig Ned. Hervormd) in Wilsum.
Warner Christiaan werd geboren als vijfde kind uit een gezin van acht kinderen in Hoogeveen en daar gedoopt op 14 augustus 1757. Zijn ouders waren Hendrik Lambert Carsten (Luitenant en Rentmeester) en Geertruida Tabingh. Na hun huwelijk in 1750 hebben ze eerst een tijdje in Joure, Friesland gewoond, daar is in 1753 hun oudste zoon geboren. Rond 1753 trok de familie vanuit Joure naar Hoogeveen, daar zijn de andere kinderen geboren.
Rond 1780 was vader Hendrik Lambert participant van Bentincks Compagnie, een ontginning-compagnie opgericht in 1633, die actief was in het gebied ten zuidoosten van het tegenwoordige Hoogeveen.
Als in juli 1782 de predikant in Wilsum, ds Lambertus Ebbinge een beroeping van Hasselt aanneemt en per 11 augustus 1782 zou vertrekken heeft de kerkenraad besloten om enkele proponenten te laten prediken en op 30 juli hadden ze een lijst van zes eventuele kandidaten.
H. Proper predikant in Dalen.
J. Smethlage predikant in Apeldoorn.
Broese predikant in Borger.
W.C. Carsten proponent op’t Hoogeveen.
N. Schmidt proponent onder de classis van Schieland.
B. Clement proponent in Zwolle.
Op 6 augustus 1782 wordt door de kerkenraad van Wilsum met algemene stemmen W. C. Carsten als predikant beroepen.
Bijna vier maanden later, in de morgendienst van 1 december werd hij door dominee J.A.Erkenswijk uit Ruinen bevestigd met de woorden van Paulus uit 1 Thessalonicenzen 5 vers 12 en 13. Zijn eerste preek later die dag had betrekking op 2 Korintiërs 5 vers 20.
Op 18 juli 1787 trouwt Warner Christiaan in Nijmegen met Aleida Maria Camerlingh. Aleida is geboren in ’s Hertogenbosch op 25 mei 1763.
Het paar kreeg 4 kinderen:
Geertruida Hendrika Lamberta geboren: 30-06-1788 in Kampen.
Petronella Magdalena Gerhardina geboren: 25-09-1790 in Wilsum.
Aleida Johanna Diderika geboren: 05-08-1792 in Wilsum.
Hendrik Lambert geboren: 26-08-1794 in Wilsum.
Geertruida Hendrika is geboren in Kampen omdat ten tijde van haar geboorte de oude pastorie was afgebroken en er een nieuwe werd gebouwd. Het gezin woonde toen tijdelijk in bij de Kamper burgemeester Bijsterbosch.
Geertruida Hendrika trouwde op 9 juni 1809 in Wilsum met Willem Stoter.
De twee jongste kinderen zouden allebei in Wilsum overlijden respectievelijk ruim één jaar en bijna drie jaar oud. Ze zijn begraven in de kerk van Wilsum in de akte stond vermeld: en is begraven in het predikants of pastorijgraf op het chor in de kerk onder de zerk waarop de vierhoeken kruisjes zijn uitgehouwen tegenover het doopbekken.
Op 21 januari 1790 verkoopt de diaconie van de Herv. Kerk voor f 147,– een huis met grond in de Nieuwstad en deze word gekocht door dominee Carsten samen met Berend Hofstede (deze was toen burgemeester van Wilsum). Dit huisje werd bewoond door Derk Lubberts Ketelaar. Op 14 februari 1797 verkopen ze het aan de voogden van de minderjarige kinderen van deze Derk Lubberts Ketelaar.
Begin 1799 koopt dominee Carsten nog een huis in de Nieuwstad nu aan de dijk liggende
Vervolgens staat in het notulenboek te lezen:
Den 4 februari 1799 wierd onze gelievde leeraar de Wel eerwaarde heer W.C. Carsten van wiens evangelie dienst wij den tijd van ruim sestien jaarren mogten gebruik maken, door den dood van ons weggerukt; zijn Wel eerwaarde heer in den ouderdom van 41 jaren en 5 maanden, nalatende eene weduwe, die het verlies van haaren echtgenoot, en twee dochtertjes, die het gemis van haaren vader beweenen, terwijl wij met deze over het ontbeeren van dezen onzen leeraar droevig zijn; op verzoek van ons en de weduwe zal geduurende annus gratiae door de predikanten der classis van Kampen de predikdienst alhier gehouden worden waargenomen, waarmede reeds op den eerstvolgende zondag een aanvang zoude gemaakt zijn, zo niet door ijsgang en overstroming ons kerkgebouw onbruikbaar was geworden voor den openbaaren Godsdienst, daar het zelve eenigen tijd voor eene schuilplaats van het rundvee heeft moeten dienen, zodat eerst op zondag den 17 maart de eerste leereden na het overlijden van onzen leeraar konde gehouden worden, gelijk dan ook toen geschied is door den Wel eerwaarde Rauwertz Tichler, predikant in Kampen welke ons bij die gelegenheid erinnerde aan de ijdelheid en haastigen voorbijgang van het menschelijk leven, in een voorafspraak over Psalm 144 vers 4 en ons vervolgens opwekte om ons met de kort bepaalde maate van ons leven bekend en gemeenzaam te maken,
in een leerreden over Psalm 39 vers 5.