Wilsum in vrogger tied.

Dorpsweg 29

Stijntje Klaassen Veerman/Dorpsweg 29.
Het is 23 juni 1796 als de dan 33 jarige in Wilsum geboren Stijntje Klaassen in het huwelijk treedt met Jan Derks Post. Jan Derks is weduwnaar, zijn vrouw Jennigje Willems Boer, dochter van de plaatselijke bakker, was ruim een jaar daarvoor overleden en Jan Derks bleef achter met drie kinderen.
Jan Derks was één van de vier kinderen van Derk Jans Post en Geesje Gerrits. Derk Jans Post was burgemeester in Wilsum en al in 1751 overleden. Het oudste kind was geboren in 1740 zodat ook de moeder van Jan Derks al jong weduwe was en met vier kinderen achterbleef. Zij zou ook weer hertrouwen en wel met Gerrit Arends. Gerrit Arends was net als haar eerste man burgemeester van Wilsum.
Een half jaar na het trouwen van Jan en Stijntje komt de attestatie binnen uit IJsselmuiden, hier zal Stijntje waarschijnlijk tijdelijk gewerkt hebben. Het stel gaat wonen in een boerderijtje Wijk A 13 wat nu de Dorpsweg 29 is. Tegenwoordig (2022) woont hier de familie Kranen.
Jan Derks was gasthuismeester en een klein boertje. Hij had een beetje land om het huis en twee stukjes op de Wilsummerweerd.
Het stel krijgt drie kinderen:
1 Klaas Derks Post geboren 02-09-1798
2 Derkje Jans Post geboren 26-04-1802
3 Jan Jans Post geboren 21-12-1803
En dan slaat het noodlot toe. Stijntje is hoogzwanger van hun laatste kind als Jan Derks plotseling op 11 december 1803 overlijdt. Stijntje blijft achter, zwanger en met 2 jonge kinderen. Dit in een tijd waar er nog geen sociale voorzieningen waren. Men moest zich zelf zien te bedruipen. Meestal probeerde een weduwe zo snel mogelijk weer een huwelijk aan te gaan. Dit lukt vooralsnog niet.
Er komt heel wat op Stijntje af, waaronder de voogdijschap. Haar oudste zoon is intussen ook overleden zodat ze voor haar twee overgebleven kinderen voogden moet aanstellen.
Wilsum den 29 augustus 1804.
Wij Evert Aarts en Peter Gerrits doen cond dat erschenen zijn Harm Willems en Jan Zwakenburg als voogden van de onmondige kinderen van Jan Derks Possie met namen Dirk Jans, en Geesjen Jans zeggende met Steintje Klaas weduwe van Jan Derks Possie geaccordeerd te hebben voor de twee kinderen wegens haar bewesen gelt de somma van vierhonderd en vijftig guldens en in plaats van dit geld en toe tuig bestaande in zilver en goud alsmede een jarig pinke alles bijeen genomen, waarop Steijntje Klaas met handtastinge afstand doet van twee koescharen, waarmee de voogden genoegen hebben genomen en zij de kinderen niet langer hoeft te onderhouden met kost en kleeren tot meij 1805.
Burgemeesteren der stad Wilsum geeft met verschuldigde eerbied te kennen de ondergetekende dat zij gaarne in het gerigte willen aanstellen twee voogden over hare minderjarige kinderen met namen Derikjen Jans en Jan Jans teneinde administratie te houden over de erfporssie van gemelde kinderen haren grootmoeder Geesjen Gerrits en soude ten dieneinde voorstellen Derik Jans van’t Oever en Willem Everts. Hetwelke was getekend.
Dit is het X merk van Stijntje Claas weduwe van Jan Deriks Post met haar eijgenhand getrokken in presentie van de magistraat van Wilsum.
“t geaccordeerde ten requeste met der in den requeste geproponeerde voogden in den gerigte verscheenen zijnde, hebben daarop bij handtastinge de vermelde voogdijschap opgedragen en aangenomen.
Wilsum den 17 december 1805
Zoals te lezen is kon Stijntje dus niet schrijven.
 
Het is 1805 als Stijntje besluit, samen met haar schoonzuster die bij haar inwoonde om hun portie van het huis te verkopen. Ook de stiefvader van haar man Gerrit Arends woonde in 1805 bij haar in huis. De verkoop levert 533 gulden 6 stuivers en 12 centen. Stijntje kon weer even vooruit!
En dan in 1809 is het zover, Stijntje treedt voor de tweede keer in het huwelijk, en wel met de elf jaar jongere Jan Willems Schierholt, eveneens afkomstig uit Wilsum.
Er word een akte opgesteld om de nalatenschap van vader voor de kinderen te regelen.
Wilsum den 20 juni 1809.
Compareert in deze gerigte Steijntje Klaas wed. van Jan Derks Posje, zeggende niet eerder tot haare tweede huwelijk te willen in gaan met Jan Schierholt voor en alleer zij bewijs en reliqua heeft gedaan over haare, onmondige kinderen met namen Derkjen Jans en Jan Jans, stellende tot mombaren (voogden) de persoonen Derik Jans van’t Oever en Willem Everts die ook de momberschap bij handtasting in edes plaats hebben aangenomen met beloften over dezelve goede opzigte te hebben, zoo al eerbaren mombaren behoord.
Zoo bewijst, zij aan haare twee minderjaarige kindere zoo als hier boven vermeld staan aan jeder kind hondert gulden zegge ieder f 100,– dus te zaamen twee hondert guldens zegge f 200 := := waarvoor zij verbind haar persoon en huijs en land en verders te onderhouden in kost en kleeren te laaten leeren, leesen en schrijven zoo als een eerbaren moeder betaamd.
Tot vestenisse hebben wij burgermeesteren deezen hier van afgegeven, en met onzen stadszegel doen corroboreren en door onzen secretaris doen tekenen.
Wilsum den 20 juni 1809
 
Stijntje Klasen Veerman huwt dus op 23 juni 1809 met Jan Willems Schierholt. Jan was de oudste zoon van Willem Jans Schierholt en Deeltje Jans Schiphorst. Hij was geboren in maart 1774 in Wilsum. Willem Jans Schierholt was roedendrager in Wilsum. De voorloper van de latere veldwachter.
Over Jan Willems Schierholt is niet veel bekend. Hij komt alleen voor in akten rondom de perikelen met zijn huwelijk met Stijntje, want van een goed huwelijk was blijkbaar geen sprake. Ruim een jaar (20 oktober 1810) na hun huwelijk stapt Stijntje na de magistraat van Wilsum met een klacht over haar man.
 
Wilsum den 20e Slagtmd 1810
Erchenen in dezen Gerigte Stijntje Klasen, huisvrouw van Jan Schierhold woonachtig alhier te Wilsum klagende over de bestendige afwezigheid van haren man Jan Willems Schierholt, met welke zij zich in den echt verbonden heeft op den 23 Zomermaand 1809 na dat zij over hare twee nog zeer kleine kinderen voogden gesteld en behoorlijk bewijs van vaders nalatenschap (harer eersten man) gedaan had, verklaarde dat zij, zoo veel haar bewust was, geene de minste redenen of oorzaak gegeven had, waaruit hij (harer man voornoemd) aanleiding kon nemen om zich gedurende den tijd van een half jaar van haar te verwijderen en niet in staat zijnde om het brood voor haar en hare twee kinderen te kunnen verdienen; verzoekende dat den meer gemelden J.W. Schierholt, harer man, mogt worden gedagvaard voor den Gerigte, ten meinde denzelven te bewegen om zich weder bij haar te vervoegen en met haar te verzoenen om wederom gezamentlijk voor den welstand van hunne huishouding te arbeiden.
 
Jan was het huis dus ontvlucht. Volgens Stijntje zonder reden. Jan zelf dacht daar heel anders over. Hij liet aan de magistraat weten dat hij:
tot verschooning van zijn gehouden gedrag en op de klagten ingebragt door deszelfs vrouw voor reden gaf dat zijne meer gedachte vrouw hem niet behoorlijk had helpen werken, en ’s morgens laat op bed had blijven liggen, dat wanneer hij ’s morgens vroeg uit werken of naar de stad willende gaan, zij de moeite niet had geheven te nemen om op te staan ten einde zijn morgen ontbijt voor hem gereed te maken. Verklarende dat hij niet van voornemens was ooit weder als te voren bij haar te wonen. Zoo dat dan deze zaak voor ons in de minne niet is kunnen worden bijgelegd
Jan was ruim anderhalf jaar naar zijn huwelijk er helemaal klaar mee. Op 8 januari 1811 verklaard hij voor burgemeester van Lier:
niet weder met deszelfs ehevrouw voornoemd te willen verzoenen, noch bij haar te komen inwonen: als mede dat hij (Jan Willems Schierholt voornoemd) van zijn klederen, ten hunnen huize berustende, afstand doet, niet alleen, maar ook zelfs van alle roerenden en onroerende goederen, welke hem als man in gemeenschap van goederen gehuwd, zijn competerende, voor altoos afstaat en aan deszelfs meergedachte vrouw Stijntje Klasen overgeeft, waartegen zij alle de schulden op de gemeenschapppelijke boedel voor de hare aanneemt”.
 
De scheiding wordt aangevraagd en hierin is te lezen dat Jan Willems toch niet geheel vrijuit gaat:
de eerste rekwestant op een kwaadwillige wijze zijn zijn huishouding, zonder voor dezelve te zorgen meer dan een half jaar verlaten had, met oogmerk om nooit bij zijne huisvrouw terug te komen, zoo als gedeclareerd heeft voor de magistraat van Wilsum hem tot verzoening met zijne echtgenote aanmanende welhalven zij beiden, terwijl de hoop op verzoening geheel verijdeld, en zijn de kwaadaardigheid jegens haar op het duidelijkst gebleken zijnde verzoeken om verdere onheilen voor te komen te mogen scheiden van tafel en bed, hier over gehoord tot mondelijke berigt van de Magistraat van Wilsum, en geexamineerd de Gerigterlijke acte van afstand van J.W. Schierhold van de Gemeenschappelijke boedel tegen de schuld, die op dezelve ligt, welke Stijntje Klasen, daartegen voor de hare daarbij aanneemt: Wordt door mij het verzoek ten requeste gedaan, geaccordeerd, de acte van scheiding des boedels bij desen bekragtigd en dien ten gevolge, Jan Willems Schierhold en deszelfs huisvrouw Stijntje Klasen gescheiden van tafel, bed, bijwoning en goederen.
Hebbende voorthaan een ieder tot deszelfs schade en bathe te leven, en zal daarvan bij publicatie en affictie de gewone bekendmaking gedaan worden tot een ieder narigt.
 
De dan 46 jarige Stijntje zal het weer alleen met haar twee kinderen moeten redden, een vetpot is het zeler niet. In 1813 had zij één koe en een pink. Niet veel om van rond te komen en ze werkt er dan ook links en rechts zoveel mogelijk bij. De pacht van haar land kan ze niet betalen en heeft hierop een achterstand.
 
Stijntje Klasen verkeert thans in zeer behoefige omstandigheden, en heeft een achterstand in de landpacht uit 1809-1810 van 29 fr, 461 cs, welke penningen na alle aangewende pogingen niet hebben kunnen worden geïnd.
Langzaam komt zij uit het dal. Rond 1825-1830 vermeerderd de waarde van haar mobilair en heeft ze steeds 2 a 3 koeien. Haar kinderen zijn volwassen en zoon Jan huwt in 1829 met Willemina Voerman en blijft bij haar inwonen. Haar dochter Dirkje is al in 1824 getrouwd met Hendrik Riekens Schut en woont in IJsselmuiden.
In 1832 staat de boerderij op Stijntje haar naam en heeft ze ook nog wat land op de Wilsummerweerd.
Haar ex man Jan Willems Schierholt overlijdt op 20 januari 1844 in Wilsum op zeventig jarige leeftijd.
Stijntje zelf blijft in de boerderij wonen aan de Dorpsweg, zij overlijdt op de respectabele leeftijd van 91 jaar op 13 mei 1854.
 
De boerderij aan de Dorpsweg 29 bleef in de familie. Achtereenvolgend was het eigendom van haar zoon Jan en haar dochter Dirkje met haar tweede man Jan Stoel en erfgenamen.
In 1927 word de boerderij verkocht aan de familie Rotman. Harm Roelof en Berend Rotman (allemaal zonen van Arend Rotman en Aaltje van de Woude) nemen de boerderij over.
Als de dochter van Berend en zijn vrouw Anna Uitslag, Arendje (1936-2021) huwt met Gerrit Jan Dekker (1934-1997) in 1960 nemen zij de boerderij over.
De boerderij komt in 2002 weer in de verkoop. Gerrit Jan Dekker is overleden en Arendje vertrekt naar Kampen.
De familie Kranen koopt de boerderij, breekt de oude boerderij af en bouwt er het huidige huis op.

Gerelateerde Afbeeldingen: