De oorlog in Wilsum begon net als in Zwolle en Kampen met een luchtgevecht boven deze plaatsen. Om ongeveer 20:30 uur werd een Heinkel 111 in brand geschoten door kazemat nr 25. Het vliegtuig maakte een noodlanding in de Koppelerwaard (Harsenhorst) net buiten Wilsum. Drie bemanningsleden konden nog uit de machine komen welke volledig uitbrandde.
Na de capitulatie is het toestel door de Duitsers opgeruimd[i]
In 1992 is er nog door de EOD onderzoek gedaan naar een vliegtuigbom die er zou liggen maar het onderzoek leverde niets op[ii].
In het weiland van Roelof van Ittersum werd een koe levensgevaarlijk geraakt. Vier man hebben hem geslacht waarvoor ze zich enkele maanden later moesten verantwoorden, vonnis: een maand voorwaardelijk met een proeftijd van een jaar.[iii]
Het leven in Wilsum tijdens de oorlog kabbelde voort, er werd een patrouille boot gestationeerd, de kerkklok en de veerboot werden weggehaald door de Duitsers. De kerkklok is wel teruggekomen maar van de veerboot heeft niemand meer iets van vernomen.
Er waren inwoners die lid waren van de NSB en anderen sympathiseerden met de vijand, ze hadden fraaie namen als Anna de Katze en Harmpje de Duitser.
In het dorp waren af en toe ook razzia’s om mannen die de arbeitseinsatz ontdoken op te sporen. Het is gebeurd dat de dominee van de kansel waarschuwde dat er een razzia kwam, waarop de mannen en jongens zich verschuilden in het riet langs de IJssel.[iv]
Enkelen uit Wilsum zijn in Duitsland te werk gesteld. Sommigen gedwongen anderen uit vrije wil.
Vlak voor het einde van de oorlog, op 10 april 1945 is de op 25 november 1919 in Wilsum geboren en in Kampen wonende Asse Nijboer in Zwolle geëxecuteerd. Hij was in het ouderlijk huis van zijn ouders aan de Dorpsweg 3 gevangen genomen en naar Zwolle gebracht.
De aanwezigheid van Canadese tanks in IJsselmuiden kondigden voor Wilsum de bevrijding aan. Op 14 april werd aan een groep verzetsmannen uit Nieuwleusen die in Zwolle lagen, door een verzetsman uit Zwolle gevraagd om voor de Canadezen langs de IJssel te gaan liggen. Ze kwamen diezelfde dag aan in Wilsum en vestigden zich in de school. Toch bleef de situatie gevaarlijk omdat de Duitsers zich aan de overkant van de IJssel verscholen hielden. Pas op 17 mei, toen de andere oever definitief schoon was, kon er feest gevierd worden. De Canadezen kwamen op deze dag met een tank Wilsum binnen en werden door dominee Botma verwelkomt.[i]
[i] Strijden Nederland 24 april 1945 en De Marskramer 3 mei 2005.
De geschiedenis van de kluis.
IJsselmuiden’s gemeentehuis bleef trouw.
IJsselmuiden. In het gemeentehuis te IJsselmuiden werd Dinsdagmiddag een bijeenkomst gehouden van de deelnemers aan de kluisaffaire, waarin ieder onopgesmukt het verhaal weergaf van zijn aandeel in de historie. Haast voelbaar aanwezig waren het saamhoorigheidsbesef en de vriendschap, zooals die alleen konden ontstaan in het uur van gevaar. Na een kort inleidend woord van den gemeente-secretaris, den heer Sangers, voor wien de kluishistorie een, gelukkig slechts korte, kennismaking met de gevangenis en met Duitschland meebracht, kwamen de diverse verhalen los. Er waren twee sleutels van de kluis in IJsselmuiden, waarin het voor de Duitschers zoo belangrijk bevolkingsregister was opgeborgen. Een maand of tien is het gelukt de Moffen om de tuin te leiden, maar toen bleek het noodzakelijk, dat de sleutels verdwenen. De heeren van Engelen en Sangers staken er elk een bij zich en gingen daar mee op stap. Burgemeester van Engelen gaf zijn sleutel in IJsselmuiden ter bewaring; zelf trok hij verder. Ondanks dreigementen dat het huis van den heer van Engelen afgebrand zou worden, als de kluis niet geopend werd, is de sleutel steeds verdwenen gebleven, een dreigement, dat overigens wel ten uitvoer is gebracht. De heer Sangers nam eerst zijn sleutel met zich mee, en bleef dicht in de buurt. Maar toen na een week zijn huis overvallen was en zijn vrouw meegenomen, trok ook hij verder. Na vier weken kwam het bericht, dat er gijzelaars genomen zouden worden. Om eventueele ongelukken te voorkomen, is de sleutel toen naar Kampen verhuisd.
Inmiddels kwam er een schrijven van den Beauftragte van den Rijkscommissaris, dat er 1000 arbeidskrachten geleverd moesten worden. Lijsten zouden samengesteld worden aan de hand van het bevolkingsregister. „Burgemeester” Sandberg heeft in die dagen vele pogingen in het werk gesteld om de kluis open te krijgen, o.a. door te probeeren een zuurstofapparaat te krijgen en door een deskundige uit Dordrecht te willen laten komen. (De vorige week evenwel vertelde Sandberg dat hij nooit zijn best daarvoor gedaan had, omdat hij te goed het groote belang zag voor IJsselmuiden van het onbereikbaar zijn van het bevolkingsregister). Nadien werd het veiliger geacht het register zelf weg te halen, met de sleutel natuurlijk en weg te stoppen. Op een regenachtigen avond is het zaakje gekraakt en per fiets naar Wilsum gebracht, waar het een tijdlang in melkbussen (bij Wielink aan de Westenbergstraat. H. Fix Gzn) onder den grond heeft gezeten. Men heeft daarna geprobeerd een nieuw bevolkingsregister op te stellen door op het distributie-bureau een aparte administratie op te zetten om de gegevens van de stamkaarten over te nemen. Maar dit plan is prachtig in de soep geloopen, door de omvangrijke sabotage in het vervalschen van de stamkaarten. 672 bonkaarten voor jongens in de gevaarlijke leeftijd zijn uit naburige plaatsen gehaald. Ook ditmaal waren de IJsselmuidenaren den Duitschers te glad af. De geschiedenis van de kluis zal met eere vermeld worden in de annalen van IJsselmuiden. 600 mannen en jongens hebben hierdoor minder of geen last gehad van oproepen. Zoo is het niet slechts van plaatselijk belang, wat hier gepresteerd is. IJsselmuiden leverde een moedige bijdrage tot het nationale verzet, gehoorzaam aan onze wettige regeering en daardoor aan vele Nederlandsche gemeentehuizen ten voorbeeld.
Bron: BIJBLAD van „Strijdend Nederland” ZATERDAG 12 MEI 1945
[i] IJss p.95 en onderzoek G.E.de Ruiter te IJsselmuide; SGLO(T358).
[ii] Nieuw kamper dagblad 1992.
[iii] Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 25-09-1940
[iv] Gesprek met G. Fix (1928-2016) op 20-03-2005.